Hoe gaat een traject op het OPDC in z’n werk?

De aanmelding van een leerling op het OPDC wordt gedaan door de huidige school van inschrijving. Bij de aanmelding geeft de school van inschrijving aan voor welke periode en welk arrangement de plaatsing op het OPDC wordt aangevraagd.

Elke leerling die bij het OPDC wordt aangemeld, heeft een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) vanuit de school van inschrijving. Hierin staat welke hulp en ondersteuning de leerling nodig heeft en welke stappen al zijn gezet. Ook wordt aangegeven of de leerling alle of slechts een deel van de lessen bij het OPDC volgt.


Op het moment dat de Commissie van Plaatsing van het OPDC de aanmelding passend vindt, nodigt de school van inschrijving de leerling met zijn of haar ouders of verzorgers en een eventueel betrokken hulpverlener uit voor een intakegesprek. Namens het OPDC nemen de de directeur, psycholoog en (indien van toepassing) de coördinator van Binnenboord deel aan dit gesprek. Als blijkt dat er geen hulpverlening betrokken is, dan kan er een contactpersoon van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) bij het gesprek worden uitgenodigd. Tijdens de intake wordt er informatie uitgewisseld, worden de doelen van de leerling besproken en worden afspraken gemaakt. Deze worden in een contract vastgelegd. Na ondertekening start de leerling in principe op de eerstvolgende maandag op het OPDC.

Na het intakegesprek start de leerling in één van de arrangementen en werkt daar zelfstandig aan een door de ‘eigen school’ aangeleverd onderwijsprogramma. Het spreekt vanzelf dat onze docenten hen daar zo goed mogelijk bij begeleiden. Soms heeft een leerling voor een bepaald vak wat extra instructie nodig van een vakdocent. Op dat moment is er de mogelijkheid om een afspraak met een online-vakdocent van IVIO in te plannen. Toetsen worden op het OPDC gemaakt en vervolgens teruggestuurd naar de school van inschrijving. Behalve het werken aan het onderwijsprogramma van de eigen school, krijgen de leerlingen op het OPDC ook lessen ontwikkelingsgericht bewegen, lessen in het atelier, themalessen en mentorlessen. Tot slot is er aanbod voor Burgerschap, Nederlands en rekenen.

In de eerste weken op het OPDC heeft de leerling een koersgesprek met de mentor en de psycholoog van het OPDC. In dit gesprek staat de leerling centraal en wordt bepaald wat deze nodig heeft om straks weer succesvol te kunnen functioneren op school. Er wordt samen met de leerling een plan van aanpak opgesteld, waarin korte en lange termijndoelen worden beschreven. Dit plan vormt de basis voor het werken met de leerling. Het koersgesprek is voornamelijk gebaseerd op de methode handelingsgericht werken.

Na zes tot acht weken vindt de eerste evaluatie plaats. Bij trajecten langer dan dertien weken vindt er elke zes weken tot drie maanden een evaluatie plaats. Bij de evaluatiegesprekken worden de doelen geëvalueerd en bijgesteld. Het OPDC kan een ander vervolgtraject adviseren als dit passender is dan een voortzetting van de plaatsing. 

Als blijkt dat een leerling terug kan keren naar het regulier onderwijs, wordt er een verslag opgesteld met daarin handelingsadviezen voor de docenten op de eigen school. Vervolgens start het terugkeertraject. We doen dat in stappen. In de eerste week volgt de leerling een paar lessen, vaak bij de docent waarbij het altijd al best goed ging. Als de terugkeerlessen goed gaan, nemen we de volgende stap door het aantal lessen uit te breiden. Uiteindelijk moet de leerling weer in staat zijn een volledig lesrooster te volgen op de eigen school.

Na volledige terugkeer onderhoudt de mentor van het OPDC nog zes weken contact met de leerling en andere betrokkenen van de eigen school. Soms komt de mentor observeren in de klas. Meestal is er een gesprek met de leerling en zijn of haar mentor. Na een aantal weken volgt de overdracht naar de eigen school tijdens een evaluatiegesprek met de mentor en zorgspecialist van de school.
Indien de school van de leerling niet aan de zorgbehoefte van de leerling kan voldoen en de leerling dus niet terug kan, kijkt de school van inschrijving samen met de ouders en leerling naar een passend vervolgtraject. Vaak is dat een vorm van VSO (Voortgezet Speciaal Onderwijs). Daarvoor is een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig. De school van de leerling vraagt deze aan bij het zorgloket van het samenwerkingsverband. Na toewijzing kan de leerling geplaatst worden op een passende school. Ouders moeten hun kind hiervoor aanmelden.